Het aandeel van de leeuw (het leeuwen(aan)deel) hebben. Het grootste deel van iets hebben. Psalmen op Online- Bijbel. Psalmen. Psalmen. Op deze website zijn de volgende psalmen en gezangen opgenomen: Psalmen: vertaling 1. Gezangen: vertaling 1. Hierdoor zijn er 1. Alfabetisch register van de Psalmen. Aan de zon schonk Gods gezag. Psalm 1. 36: 8. Aanbidt Hem needrig al uw leven,Psalm 9. Aanschouw mijn ramp, verhoor mij, HEER'; Psalm 1. Aardrijk en de hemelbogen. Psalm 1. 02: 1. 4Aardse machten, looft den HEER'! Psalm 2. 9: 1. Ach, de HEER' heeft mij doen bukken. Psalm 1. 02: 1. 3Ach, waarom trekt G' Uw hand dus van ons af,Psalm 7. Ai, hoor naar hen, die in gevangnis kwijnen,Psalm 7. Ai, ruk het woord der waarheid niet te zeer. Psalm 1. 19: 2. 2Ai, zie, o HEER', dat ik Uw wet bemin; Psalm 1. Ai, ziet, hoe goed, hoe lieflijk is 't, dat zonen. Psalm 1. 33: 1. Al 't aardrijk smeek' U, neergebogen,Psalm 6. Dit kan op diverse plaatsen maar het leukste is om in elk geval.De 150 psalmen (1773); de 12 enige gezangen (1773) en de 306 gezangen (1938) onafhankelijk te bekijken. Ook is het mogelijk om maar een selectie van de verzen te tonen. 1 dag, 5 uren geleden Lifestyle 'Mensen met ongeneeslijke vorm van kanker leven steeds langer' Mensen leven steeds langer met ongeneeslijke kanker ondanks dat zij. De betekenis van Spreekwoorden, Gezegden,Zegswijze,Uitdrukkingen en Citaten. Een spreekwoord is een kernachtig, soms rijmend volksgezegde. Al ben ik met die smart beladen,Psalm 1. Al d' aard' en alles wat zij geeft,Psalm 2. Al d' afgoon zijn slechts ijdelheden,Psalm 9. Al de heidnen door Uw handen. Psalm 8. 6: 5. Al 't goddloos volk verdoet G' als schuim van d' aard'; Psalm 1. Al nam ik van den dageraad. Psalm 1. 39: 5. Al 't recht is van hun mond geweken,Psalm 5: 9. Al wat Gij wrocht, zal juichen tot Uw eer; Psalm 1. Al wat hij heeft, hoe hij moog' klagen,Psalm 1. Al wat Hij Izak heeft gezworen,Psalm 1. Al wie mij ziet, bespot mij, boos te moe. Psalm 2. 2: 4. Al zegt zijn hart: Mijn huis zal eeuwig staan,Psalm 4. Al zie ik zelfs een leger mij omringen ,Psalm 2. Als een kleed zal 't al verouden; Psalm 1. Als God ter hoge vierschaar steeg,Psalm 7. Als ik 't ambt ontvangen zal,Psalm 7. Als ik, omringd door tegenspoed,Psalm 1. Als 't mij benauwd of bang gevallen is,Psalm 1. Als mij geen hulp of uitkomst bleek,Psalm 1. Als voor 't oog der nageburen,Psalm 1. Alwijs bestuur bevestigt 's vromen gangen: Psalm 3. Beef aarde, beef voor 's HEEREN aangezicht,Psalm 1. Behaag' U, HEER', naar mijn gebed,Psalm 1. Behaag' U, mij gehoor te geven; Psalm 6. Behaag, U mij te redden uit den nood; Psalm 4. Behoud ons, HEER' der legermachten,Psalm 8. Behoud, o HEER', wil bijstand zenden,Psalm 2. Behoud, o HEER', wil ons te hulpe komen; Psalm 1. Bekend', o HEER', aan U oprecht mijn zonden,Psalm 3. Bekleed, o hoogste Majesteit,Psalm 1. Beminnaars van den HEER',Psalm 9. Bemint den HEER', Gods gunstgenoten,Psalm 3. Ben afgezonderd bij den hoop. Psalm 8. 8: 3'k Ben eeuwiglijk gedachtig aan Uw woord,Psalm 1. Ben gewoon, in bange dagen,Psalm 8. Ben jong geweest, en draag nu grijze haren,Psalm 3. Ben met verschrikking aangedaan; Psalm 8. Ben, door Uwe wet te schenden,Psalm 3. Beproef vrij, van omhoog,Psalm 2. Beroof hen niet terstond van 't leven,Psalm 5. Beschaam door mij de stille hope niet. Psalm 6. 9: 3. Beschaam hun raadslag t' allen tijde; Psalm 1. Beschaam z' in hunnen trotsen waan,Psalm 3. Beschaam, verschrik de goddelozen,Psalm 3. Beschaam, verschrik hen eeuwiglijk; Psalm 8. Bescherm mij tegen 't wreed vermogen. Psalm 6. 4: 3. Bescherm mij voor de goddelozen,Psalm 1. Beschouw, herdenk Uw vastgestaafd verbond; Psalm 7. Betrouw op God, Hij is mijn schild in 't strijden,Psalm 1. Betrouw op U, hoor mijn gebeden: Psalm 7. Beveel mijn geest in Uwe handen; Psalm 3. Bevrijd mij van 't geweld des snoden,Psalm 7. Bewaar mij toch, o alvermogend God. Psalm 1. 6: 1. Bewaar mij voor 't geweld der strikken,Psalm 1. Bewijs, o HEER', Uw knecht gena. Psalm 9: 1. 3Bewijs, o HEER', Uw mededogen,Psalm 3. Bij dag, bij nacht, ja, t' aller uren,Psalm 5. Bij dartle brassers aan den dis,Psalm 3. Bij U, HEER', is de levensbron; Psalm 3. Blij bazuingeschal. Psalm 8. 1: 3. Blijf mij in mijne grijsheid sterken; Psalm 7. Blijft gij op Hem betrouwen,Psalm 1. Brandofferen, noch offer voor de schuld,Psalm 4. Breng over mij al Uw barmhartigheen,Psalm 1. D' aard' hief uit der waatren schoot. Psalm 1. 36: 6. D' aarde sloeg van schrik aan 't beven,Psalm 7. D' afgoon van het heidendom,Psalm 1. D' algoede God zij ons genadig,Psalm 6. D' algoede God, die, door Zijn grote kracht,Psalm 1. Alwijze God beproeft wel eens d' oprechten; Psalm 1. D' as versterkt mijn kwijnend harte. Psalm 1. 02: 5. D' eenvoudigen wil God steeds gadeslaan. Psalm 1. 16: 4. D' eersten van den staat,Psalm 4. D' onpeilbre zee bergt in haar ruimen schoot. Psalm 1. 04: 1. 3D' ontembre zee houdt stand, waar 't God gebiedt. Psalm 1. 04: 5. D' oprechte sla mij zonder vrezen,Psalm 1. Daal haastig ter verlossing neer,Psalm 7. Daal neder; neig in gramschap fel ontstoken,Psalm 1. Daar bouwde Hij als hoogten Zijne muren,Psalm 7. Daar God, voor hen bezorgd, in hunne noden. Psalm 7. 8: 1. 2Daar greep hen beving aan, vervaard,Psalm 4. Daar heeft de vijand boog en schild. Psalm 7. 6: 2. Daar ik moet zien, hoe snoodaards Uwe wet. Psalm 1. 19: 2. 7Daar valt de vrees hen aan, en breekt hun kracht,Psalm 1. Daar wordt Uw lof verbreid,Psalm 2. Daar zal Ik David door Mijn kracht,Psalm 1. Daar zal ons 't goede van Uw woning. Psalm 6. 5: 3. Daar ziet men hen dan zaaien; Psalm 1. Daarna toog Israel, gedreven. Psalm 1. 05: 1. 3Daarom deed Hij in ijdelheid hun dagen. Psalm 7. 8: 1. 7Daarom heeft zich mijn kwijnend hart verblijd. Psalm 1. 6: 5. Daarom, o HEER', zal ik U eer bewijzen,Psalm 1. Dacht, hoe 'k God met vreugd voor dezen. Psalm 7. 7: 4. Dan dachten zij, hoe 't eeuwig Opperwezen. Psalm 7. 8: 1. 8Dan doet Uw toornig aangezicht. Psalm 2. 1: 9. Dan ga ik op tot Gods altaren,Psalm 4. Dan had geen mens naar onze klacht gehoord; Psalm 1. Dan hadden zij ons levendig vernield; Psalm 1. Dan maakt Hij weer woestijnen,Psalm 1. Dan moogt g' in zegepraal uw voet,Psalm 6. Dan vindt Gij in onz' offeranden lust,Psalm 5. Dan vloeit mijn mond steeds over van Uw eer,Psalm 1. Dan wandel ik vol moeds op ruimer baan,Psalm 1. Dan wordt de mens door 't rijzend morgenlicht. Psalm 1. 04: 1. 2Dan wordt gena van waarheid blij ontmoet,Psalm 8. Dan wordt mijn naam met lofgejuich geprezen; Psalm 8. Dan zal de Vorst van al uw schoon getuigen. Psalm 4. 5: 6. Dan zal 't gejuich ten hemel dringen,Psalm 2. Dan zal ik elk, die 't heilspoor bijster is,Psalm 5. Dan zal Ik hen, die dwaas of wreevlig overtreen,Psalm 8. Dan zal na zoveel gunstbewijzen,Psalm 7. Dan zingen zij, in God verblijd,Psalm 1. Dan zou ik, voor Uw Goddlijk oog,Psalm 6. Dan zullen alle mensen vrezen,Psalm 6. Dan zult gij recht naar 't outer treden,Psalm 4: 3. Dan, dan wordt Gods trouw verheven,Psalm 1. Dat Bazans hemelhoge berg. Psalm 6. 8: 8. Dat elk verdrukt' Uw bijstand eens erlang'; Psalm 7. Dat 's HEEREN zegen op u daal'; Psalm 1. Dat hen de dood als schuldheer velle. Psalm 5. 5: 9. Dat hen, o God, Uw gramschap sla,Psalm 8. Dat ieder schaamrood zij,Psalm 9. Dat ieder, die U vreest, zich tot mij keer'; Psalm 1. Dat Israel nu zegge, blij van geest: Psalm 1. Dat Isrel op den HEER' vertrouw'; Psalm 1. Dat mij, o HEER', Uw goedertierenheid. Psalm 1. 19: 2. 1Dat niets uit Gods gedachtenisse. Psalm 1. 09: 8. Dat op uw klacht de hemel scheure; Psalm 2. Dat Sions berg weergalm' van vreugd,Psalm 4. Dat slaan zal mij het hoofd niet breken; Psalm 1. Dat vreed', en aangename rust,Psalm 1. Dat vrij, als groene telgen,Psalm 9. Dat zal den HEER' veel aangenamer zijn. Psalm 6. 9: 1. 3Dat zich de hemelen verblijden; Psalm 9. Dat, die goddloos zijn siddrend vrezen,Psalm 1. De bergen zullen vrede dragen,Psalm 7. De bittre smart verteert mijn leven: Psalm 3. De boze keurt zich vrij van alle banden,Psalm 1. De boze leugensprekers dolen,Psalm 5. De boze neemt, door hebzucht aangedreven,Psalm 3. De dag is d' Uw'; ook vormdet Gij den nacht; Psalm 7. De Filistijn, de Tyrier, de Moren,Psalm 8. De God des heils wil mij ten Herder wezen. Psalm 2. 3: 1. De goddeloze zal dit goede. Psalm 1. 12: 6. De Godheid sprak en donderd' in de lucht. Psalm 1. 04: 4. De Godsrivier doet G' overvloeien,Psalm 6. De gouden zon weet, waar zij schuil moet gaan; Psalm 1. De grote God, die 't recht verdedigt, sloeg. Psalm 1. 4: 2. De grote Schepper aller dingen. Psalm 3. 3: 7. De harten der Egyptenaren,Psalm 1. De heem'len zijn getuigen van Zijn recht,Psalm 5. De HEER' betoont Zijn welbehagen. Psalm 1. 47: 6. De HEER' bewaart de ziel, die Hem bemint; Psalm 1. De HEER' heeft Zich, als d' allerhoogste Koning,Psalm 1. De HEER' is aan de spits getreden. Psalm 1. 18: 4. De HEER' is God; erkent, dat Hij. Psalm 1. 00: 2. De HEER' is groot, een heerlijk God,Psalm 9. De HEER' is groot; elk zing' Zijn lof. Psalm 4. 8: 1. De HEER' is mij tot hulp en sterkte: Psalm 1. De HEER' is mijn genoegzaam deel, mijn goed; Psalm 1. De HEER' is recht, in al Zijn weg en werk; Psalm 1. De HEER' regeert; de hoogste Majesteit,Psalm 9. De HEER' toch slaat der mensen wegen ga,Psalm 1: 4. De HEER' verlost en spaart. Psalm 3. 4: 1. 1De HEER' wild' op mijn kermen,Psalm 6: 9. De HEER' wou mij wel hard kastijden,Psalm 1. De HEER' zal hem, op 't ziekbed neergestort,Psalm 4. De HEER' zal in dit moeilijk leven,Psalm 9. De HEER' zal opstaan tot den strijd; Psalm 6. De HEER' zal steeds Uw rechterhand verzellen,Psalm 1. De HEER' zal u steeds gadeslaan,Psalm 1. De HEER' zal zijn een hoog vertrek,Psalm 9: 9. De HEER', de God der legerscharen,Psalm 4. De HEER', de God der legerscharen,Psalm 4. De HEER', die goed, doch ook rechtvaardig is,Psalm 1. De HEER', Die 't waar, van 't vals, kan onderscheien,Psalm 1. De HEER', mijn Bondgod, was voor dezen,Psalm 9. De heerlijkheid der hoogste Majesteit. Psalm 1. 04: 1. 6De heidnen zijn, door waan misleid; Psalm 9: 1. De hemel blijft nog met den aardkloot staan,Psalm 1. De hemel looft, o HEER', Uw wondren dag en nacht,Psalm 8. De Koning rust op Uwe trouw,Psalm 2. De koningen, hoe zeer geducht,Psalm 6. De lofzang klimt uit Sions zalen. Psalm 6. 5: 1. De mens zal eerlang vrolijk zeggen: Psalm 5. De rijkdom zal zijn huis verzellen; Psalm 1. De schrik des nachts doet u niet vlien,Psalm 9. De snoodste laster stroomt d' ontaarden. Psalm 5. 9: 4. De sprinkhaan en de kever kwamen,Psalm 1. De stammen, naar Gods Naam genoemd,Psalm 1. De stedelingen zullen bloeien,Psalm 7. De steen, dien door de tempelbouwers. Psalm 1. 18: 1. 1De stem des honers moet ik horen,Psalm 4. De stoute zondaars zullen snel,Psalm 9: 1. De trotse dwaas zegt in zijn boos gemoed: Psalm 1. De trotse dwaas zegt in zijn boos gemoed: Psalm 5. De trotsen, nijdig om mijn zegen,Psalm 1.
0 Comments
Leave a Reply. |
AuthorWrite something about yourself. No need to be fancy, just an overview. Archives
January 2017
Categories |